Maar God zij gedankt,
die ons te allen tijde in Christus doet zegevieren
en de reuk van zijn kennis
allerwegen door ons verspreidt.
2 Korinthe 2: 14
Het is inmiddels alweer zo'n 20 jaar geleden dat ik stage liep in een gezinsvervangend tehuis. Als ik daar dan een hele dag was geweest en m'n vriend me op kwam halen, dan 'rook' ik helemaal naar dat huis. Ik moest me eerst douchen en m'n kleren moesten gewassen voor ik weer naar 'mezelf' ging ruiken. Ik weet het niet, maar misschien zou ik de geur nog herkennen als ik er kwam.
Ik weet nog dat er kraamvisite kwam als er een baby was geboren. En als ons kindje dan een poosje bij iemand op schoot had gezeten en ik het weer terug nam, dan rook het helemaal naar die persoon. Soms een heerlijke geur, soms niet echt mijn 'smaak'.
Onze dochter van bijna 2 mankeert ook niets aan haar neus. Ik kreeg een stapel kleertjes van een goede vriendin, waar ze ook regelmatig komt. En na een paar maanden kon ze eindelijk het shirtje aan. En terwijl ik het aan deed, wees ze naar haar shirt en zei de naam van m'n vriendin. Ik rook er aan en inderdaad, onmiskenbaar, een lekker geurtje in dit geval!
Ik lag hier over te mijmeren gisteren en deze prachtige tekst kwam bij me boven.
Het maakte het ineens heel concreet.
Het maakte het ineens heel concreet.
Als ik de geur van Christus verspreidt, kan dat niet anders dan doordat ik veel tijd bij Hem door breng. In Zijn aanwezigheid ga ik naar Hem 'ruiken'. Als ik veel tijd in Zijn huis (dat is niet het kerkgebouw waar we op zondag bij elkaar komen, maar de gemeente zelf) doorbreng, dan zal de geur van de kennis van Christus om me heen hangen en zullen anderen daar 'allerwegen', door al ons handelen en spreken heen, iets van merken.
Het zit 'm niet eens in dat wát ik doe of zeg.
Het doet me meer verlangen naar een leven in Zijn tegenwoordigheid.
Zo HEERlijk eenvoudig.