maandag 14 januari 2013

Het onmogelijke mogelijk


Soms vind ik het leven zo verwarrend. Of misschien moet ik zeggen: soms vind ik m’n eigen hart zo verwarrend. Het kan zomaar alle kanten op.
Als ik m’n broer en schoonzus hoor en de foto’s zie over hun reis naar Borneo van de zomer… En ik zie al die kinderen en hoor dat er veel meer gezinshuizen moeten komen, maar dan vooral ouderparen… dan begint m’n hart een beetje sneller te kloppen. En als ik dan thuis kom en als ik dat uitspreek en de reaktie krijg: ‘Is goed hoor, wanneer gaan we?’  Tja… dan voel ik me zo vástgeroest zitten aan alles hier en vraag me af of ik er ooit nog wel los van kom.
Dit filmpje zag ik en het is de moeite waard om het ook te bekijken!



Dat raakt mijn hart. Dan wordt het naar alle kanten toe getrokken… maar m’n leven blijft hetzelfde, heb soms niet eens de energie om mensen thuis een welkom te heten.
Ik moet er ook gelijk wel bij zeggen, dat ik dit vaker mee gemaakt heb. En ik sta er versteld van hoe m’n hart elke keer wéér in beroering komt. Terwijl ik weet dat het na een tijdje toch weer in z’n ‘oude’ staat komt en het leven toch gewoon weer verder gaat. En toch moet ik het elke keer weer even uitworstelen met God. Leef ik écht het leven zoals U dat voor mij in gedachten had? En God gaat daar zo goed mee om! Hij kent me zó goed… en brengt m’n hart weer tot rust.  

Vanochtend las ik het stukje over Elia en de weduwe in Sarefat. Ik denk dat deze vrouw God lief had en aan Hem toegewijd was, het verlangen ook kende om haar God te dienen. En nu zag ze het eind van haar leven in zicht. Het was klaar, nog één broodje te eten en haar leven was voorbij. En dan zegt God tegen Elia: ‘Ga naar Sarefat, daar is een weduwe die Ik opgedragen heb voor je te zorgen’. Dan wordt deze vrouw ingeschakeld in Gods plan, wat een vreugde! Ingeschakeld ja… maar het is het onmogelijke wat Elia van haar vraagt: Drinken en eten! Nu net wat ze niet meer heeft! En dat is nu net waarin Gods grootheid en goedheid en liefdevolle zorg zichtbaar wordt.
Mooi is dat. Wij zijn geneigd te denken: wat zijn mijn gaven, mijn talenten, waar heb ik veel van waar ik God mee kan dienen? Maar zou God niet veel liever een werk in en door ons heen doen, waardoor er geen énkele reden meer overblijft om te roemen in ons zelf? Een werk dat door Hem gedaan wordt en zichtbaar wordt in kwetsbaarheid, in zwakheid, in de onmogelijkheid?

Dan kom ik op een punt waarin ik het weer los kan laten, over kan geven. God weet het allemaal wel.
Maar het blijft nog lang na-echoën:
Onmogelijk! Mogelijk voor God!!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.