maar op de eenvoudige steen boven zijn graf staat op zijn eigen verzoek:
William Carey
Geboren op 17 augustus 1761
Gestorven in juni 1834
Een ellendige, arme en hulpeloze worm,
in Uw open armen vind ik rust.
Toen Carey er eenmaal van overtuigd was dat zijn roeping in de zending lag, stelde hij al zijn vertrouwen op God. Hij geloofde dat God hem zou leiden en van al het nodige zou voorzien. 'Verwacht grote dingen van God' - dat was het eerste deel van zijn oproep op de vergadering van zijn organisatie in 1792 te Nottingham. Ook al werden zijn verwachtingen niet altijd beantwoord op de manier en op de tijd die hij zelf zou hebben uitgekozen, toch benadrukte hij steeds dat er altijd hulp kwam, en zelfs in toenemende mate. Zo was hij in staat om 'grote dingen te bereiken in Gods dienst'. Die zegeningen vormden geen beloning voor zijn werk; ze vormden een eerste vereiste om het te kunnen volbrengen.
Uit: 'Verlangen naar God' van John Piper
Welke zegeningen hebben jij en ik nodig om onze taak hier op aarde te volbrengen?
Laten ook wij grote dingen verwachten van Diezelfde God!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.