'En mijn God zal vanuit Zijn rijkdom in al uw noden voorzien door u de heerlijkheid te schenken in Christus Jezus'
Filipenzen 4: 19
Als we letten op de schaamteloze beloften en het duizelingwekkende karakter van die beloften in het evangelie, lijkt het alsof onze Heer onze verlangens niet te sterk vindt, maar juist te zwak. Wij zijn halfslachtige schepsel die rotzooien met drank, seks en ambities, terwijl ons een eeuwige vreugde wordt aangeboden. Zoals een onwetend kind die moddertaartjes in een steegje wil gaan maken omdat hij niet begrijpt wat er wordt bedoeld met het aanbod van een vakantie aan zee. Wij zijn veel te snel tevreden!
(C.S. Lewis)
Iemand verhoogd God door Zich te verheugen in wie Hij is en wat Hij doet.
(J. Edwards)
Het belangrijkste principe dat ik ooit heb ontdekt bij het bestuderen van de Bijbel is het volgende: Het doel van een christen is God te verheerlijken en niet om gelukkig te zijn!
Pleasure is the measure of our treasure (genieten is het opmeten van onze schatten)
God kunt u het meest verheerlijken wanneer uw plezier in Hem optimaal is.
Die heiligheid roept om ieder moment van ons leven. Het fluistert naar ons in de wind, nodigt ons uit door het lachen van goede vrienden, strekt zich naar ons uit door de aanraking van iemand die we liefhebben. We hebben het gehoord in onze favoriete muziek, voelden het bij de geboorte van ons eerste kind en werden ertoe aangetrokken terwijl we naar een schitterende zonsondergang zaten te kijken. Het is zelfs aanwezig in tijden van persoonlijk lijden - de ziekte van een kind, het kapot gaan van een huwelijk, de dood van een goede vriend. Iets roept ons door ervaringen als dit heen en veroorzaakt een ongelooflijk diep verlangen naar intimiteit, schoonheid en avontuur.
Dit verlangen is het krachtigste deel van de menselijke natuur. Het geeft energie aan onze zoektocht naar de zin van het leven. Naar compleet zijn, naar een gevoel van echt te leven. Hoe we dit diepe verlangen ook mogen omschrijven, het is ons belangrijkste doel, de kern van ons hart, de passie van ons leven. En de stem die daar roept is van niemand anders dan van God Zelf.
(Brent Curtis en John Eldrigde)
God heeft geen behoefte waarin ik (of wie dan ook) ooit zouden kunnen voorzien. God heeft geen tekorten die ik zou kunnen aanvullen. Hij is compleet in Zichzelf. Hij vloeit over van geluk in de gemeenschap van de Drie-eenheid. Het resultaat hiervan is dat God een waterbron in de bergen is en geen drinkbak. De waterbron vult zichzelf aan. Hij loopt constant over en voorziet anderen. Maar een drinkbak moet iedere keer weer worden bijgevuld met een pomp of met emmers. Dus als u wilt dat de drinkbak op waarde wordt geschat, zult u hard moeten werken om hem te blijven vullen. Maar als u wilt dat een bron op waarde wordt geschat, doet u dat door op uw knieën te gaan en eruit te drinken tot uw dorst is gelest, tot u weer opgefrist en u gesterkt terug kunt gaan naar de vallei om de mensen te vertellen wat u hebt gevonden. Wat we zien is dat God als een waterbron is en niet als een drinkbak.
(J. Piper)
In onze misleidende ijver zeggen we: 'Oh, Heer, wat kan ik voor U doen?' Waarop God antwoord: 'Nee nee, je draait de zaken om. De vraag is: Wat kan Ik voor jou doen?!'
Dien in de wetenschap dat het God is die u dient door u in staat te stellen Hem en anderen te dienen.
Vandaag heb ik mijn doopbelofte en toewijding plechtig hernieuwd. Ik heb voor het aangezicht van God gestaan en heb alles wat ik ben en heb aan Hem gegeven, zodat ik op geen enkele manier meer van mijzelf ben. Ik kan geen recht meer doen gelden in mijzelf, ik kan geen recht meer laten gelden in mijn intelligentie, in mijn wil, de genegenheden die in mij zijn. Ook heb ik geen enkel recht meer op mijn tong, mijn handen, mijn voeten. Ik heb geen recht meer op mijn gevoel, mijn ogen, mijn oren, mijn reuk of smaak. Ik heb mezelf helemaal weggegeven en heb niets achtergehouden als was het van mijzelf. Ik heb vanmorgen voor God gestaan en Hem verteld dat ik me helemaal aan Hem heb gegeven. Ik heb al mijn kracht aan Hem gegeven, zodat ik in de toekomst geen enkel recht meer kan laten gelden in mijzelf, op wat voor manier dan ook.
(J. Edwards)
1) Het verlangen gelukkig te zijn, is een universele menselijke ondervinding en het is goed en niet zondig. We zouden nooit moeten proberen ons verlangen om gelukkig te zijn te negeren of te onderdrukken, alsof het een slechte neiging zou zijn. In plaats daarvan zouden we dit verlangen moeten proberen te intensiveren en het te voeden met datgene wat de diepste en langdurigste bevrediging geeft.
2) Het diepste en langdurigste geluk wordt alleen in God gevonden. Niet bij God, maar in God.
3) Het geluk dat we in God vinden, bereikt zijn voltooiing wanneer het wordt gedeeld met anderen in de liefde.
4) Wanneer we de jacht naar ons genot prijsgeven, laten we na God te eren en van mensen te houden. Of om het op een positievere manier te zeggen: De jacht op genot is een noodzakelijk deel van alle aanbidding en deugd. Het hoofddoel van de mens is God te verheerlijken door voor eeuwig van Hem te genieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.