Het is half 12 in de avond en ik word wakker door hard
geklop op de buitendeur.
Het eerste wat ik wil weten is hoe laat het wel niet is en het tweede wíe er dan op dit uur van
de dag nog op de deur klopt. Binnen een luttel aantal seconden wordt er voor de
tweede keer geklopt en binnen datzelfde luttel aantal seconden sta ik al bijna
in de gang. Ik hoor de deur open gaan en iemand binnen komen. Ik moet mijn best
doen om met mijn nog slaperige oren te horen wie er binnen is en ik hoor al
gauw een vertrouwde stem. Mijn hart klopte al snel, door het
plotselinge gewekt worden, nu ik weet wie het is, gaat dat nog even
onverminderd verder. Deze man is de laatste jaren, maar zéker de laatste
maanden, erg in de war aan het raken.Ik duik weer in m’n bed en mijn gedachten gaan naar het stukje wat ik uit de Bijbel las, voordat ik ging slapen: ‘Alles wat je aan één van Mijn minste broeders hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan!’ Wat kent God mij goed en wat ben ik blij dat het juist deze woorden zijn die nu bij me boven komen. Want zo wil ik naar deze man kijken. Het is één van onze broeders; dakloos, opgejaagd, angstig… De psychiatrische termen die ik zou kunnen gebruiken klinken zo afstandelijk, zo liefdeloos… Ik kom enigszins tot rust als ik bedenk dat alles wat we voor deze man kunnen doen, we eigenlijk aan Jezus Zelf doen. Maar wat we voor hem kunnen doen is niet veel. Het is frustrerend iemand zo achteruit te zien gaan en niets wezelijks voor hem te kunnen betekenen.
Terwijl ik dit alles overdenk komt mijn hart weer enigszins tot rust en gaan mijn gedachten terug naar zondagochtend. Is het toevallig dat we die ochtend een gebedsdienst hadden. Na een oproep van iemand uit de gemeente eerder die week om voor deze persoon te blijven bidden nog in mijn hoofd, werd ik blij van de gedachte, dat we dat tenminste nog konden doen. En ik heb gebeden voor deze man, die ik nu hoorde praten beneden.
Het lukte me niet meer om de slaap te vatten. Na een poosje werd het stil beneden, hij zou de nacht op onze bank doorbrengen.
Gods zorg en aandacht en liefde voor deze man is even groot als voor grote organisaties en het zendingswerk ver weg. Zijn ogen en Zijn hart volgen deze man en Hij komt hem tegemoet, zoals Hij ook naar mij omziet en mij zo vaak tegemoet komt. En dat geeft rust. We zouden ons nog veel zorgen kunnen maken om deze man, maar weet hem nu veilig in Gods hand. De volgende morgen horen we hem weggaan als we nog in bed liggen. En als ik uit bed kom lees ik de dagtekst:
‘Mijn omzwervingen
hebt u opgetekend, vang mijn tranen op in Uw kruik. Staat het niet alles in
Uw boek? In het uur dat ik u aanroep wijken mijn vijanden, want dit weet ik:
God staat mij terzijde’ Psalm 56: 9- 10
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.