Waar we aan lijden is nederigheid op de verkeerde plaats. De bescheidenheid heeft zich verwijderd van het orgaan ambitie en zich genesteld op het orgaan overtuiging.
Het was nooit de bedoeling dat ze zich daar zou bevinden. Het was de bedoeling dat de mens onzeker zou zijn over zichzelf, maar niet aan de waarheid zou twijfelen: dit is nu precies omgedraaid. Tegenwoordig is het deel van de mens dat hij handhaaft precies het deel dat hij niet behoort te handhaven: zichzelf. Het deel waar hij onzeker over is, is precies het deel waar hij niet onzeker over zou moeten zijn: de Goddelijke Rede.
Jesaja 51: 12- 13
Ik, Ik ben het die u troost.
Wie zijt gij, dat gij bevreesd zijt voor een sterfelijk mensenkind, dat als gras wordt weggeworpen, dat gij vergeet de Heere, uw Maker, die de hemel uitspande en de aarde grondvestte; dat gij bestendig, de gehele dag, bedrukt zijt?
'Amen' betekent: Ja Heere, U kunt het doen!
Het betekent: Ja Heere, U bent machtig!
Ja Heere, U bent wijs!
Ja Heere, U bent barmhartig!
Ja Heere, alle toekomstige genade komt van U en is in Christus bevestigd.
Amen is een uitroep van hoop na een gebed om hulp.
O Heere, ik beloof dat door Uw genade mijn toekomst, een toekomst zal zijn van een onverflauwd 'ja' tegen U. Ik wijd mijzelf toe om het 'nee' en 'misschien' en 'nu niet' van mijn ongeloof af te leggen. En ik zeg 'ja' tegen alles in Uw 'ja' tegen mij. Ik beloof plechtig dat ik in een heilige ontevredenheid zal leven, totdat mijn gedachten, mijn woorden, en mijn daden uiting geven aan de radicale heiligheid, die voortkomt uit de heerlijke, vreugdevolle vrijheid van het leven uit geloof in de gegarandeerde toekomstige genade.
Amen.
En ik bedoel ook echt amen!
Als Hij Zijn eigen Zoon niet één slag, één traan, één kreun, één zucht, één ellendige situatie wilde besparen, dan is het zeker onvoorstelbaar dat Hij hierna ooit aan Zijn volk, terwille waarvan dit alles werd geleden, enige barmhartigheid, enige vertroosting, enig voorrecht, geestelijk of wereldlijk, dat goed voor hen is, zou weigeren of onthouden
(Johannes Flavelius)
O Heere, ik geloof, kom mijn ellendige ongeloof te hulp. Wat een leven! Vrij van gemopper en geklaag, en vol van risico en vreugde en liefde! God, ik wil dit werkelijk beleven. Help me, o, onthoud me niets dat me in dit geweldige vertrouwen kan doen leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.